Padelbanen kunnen verschillende afmetingen hebben. De afmeting van een baan maakt enkelspel of dubbelspel mogelijk. In dit artikel staan de verschillende afmetingen van banen beschreven en hoe de wand rond het speelveld eruit ziet.
Afmetingen
Padel kan gespeeld worden met tweetallen (dubbelspel) of met twee personen in totaal (enkelspel). Dubbelspel is de gebruikelijke manier om padel te spelen. De afmeting van het veld is bij dubbelspel 10 bij 20 meter. Bij enkelspel is de baan een stuk smaller; 6 bij 20 meter. De reden hiervoor is dat er bij enkelspel slechts één speler op een helft staat. Bij dezelfde grootte van het speelveld zou het fysiek zeer intensief worden en zou de afmeting van de baan een beperking worden om te kunnen spelen. Banen met een oppervlakte van 120 vierkante meter (6 bij 20 meter) komen minder vaak voor dan banen met een afmeting van 10 bij 20 meter. De verklaring hiervoor is dat dubbelspel min of meer de standaard manier is om padel te spelen.
Wand
Het voornaamste verschil met een tennisbaan springt bij het zien van een padelbaan vrijwel direct in het oog: de wand rond het speelveld. De baan is aan alle zijdes omgeven door een ‘muur’. Aan de zijkanten en aan de bovenkant van de voor- en achterkant is het veld omgeven door een hek. Het hek aan de zijkanten is drie meter hoog. Aan de voor- en achterkant (korte zijkanten) is het speelveld afgebakend met een glazen of betonnen wand. Dit glas of beton is drie meter hoog. Boven deze wand is er nog een stuk hek. Dat hek is een meter hoog. De totale hoogte van de voor- en achterzijde van het speelveld is dus vier meter. De wand aan de zijkanten is een meter lager dan aan de voor- en achterkant. Aan één van de zijkanten is een deur geplaatst.